Vragen
Heb je vragen over de praktijkgerichte programma’s? Op deze pagina hebben we de veelgestelde vragen verzameld. De vragen zijn gerubriceerd onder verschillende thema's. Staat je vraag er niet bij? Vul dan het contactformulier in of mail praktijkgerichteprogrammas@minocw.nl
Heb je een vraag en ben je een pilotschool? Kijk dan voor de veelgestelde vragen in de community.
In onderstaande vragen en antwoorden wordt de term praktijkgericht vak gehanteerd. Hoewel het ‘praktijkgerichte programma’ sinds de start van de pilot een ingeburgerde term geworden is, is het formeel en naar zijn aard een praktijkgericht vak. Praktijkgericht vak is ook de wettelijke terminologie in het Uitvoeringsbesluit WVO 2020. De term praktijkgericht programma wordt formeel enkel nog in de context van de gemengde leerweg gehanteerd. De term programma is namelijk passend bij de samenstelling van vakken in verschillende delen van het gl-curriculum, zoals het beroepsgericht programma. Om duidelijkheid te kunnen bieden, wordt in deze vraag en antwoord daarom een formeel onderscheid gemaakt tussen de term praktijkgericht vak en praktijkgerichte programma in het kader van de gl.
Algemene vragen
Een praktijkgericht vak is een vak waarin leerlingen praktische kennis en ervaring opdoen in verschillende onderdelen van de arbeidsmarkt of de samenleving. Bij een praktijkgericht vak voeren leerlingen praktische, levensechte en realistische opdrachten uit bij of voor opdrachtgevers (bedrijven en instellingen) binnen en buiten school. Hierdoor ervaren leerlingen hoe het eraan toe gaat in de praktijk. Zij leren tijdens het praktijkgericht vak ook bredere praktische vaardigheden aan zoals samenwerken, presenteren, zelfstandig werken en plannen. Ze kunnen zich ook oriënteren op verschillende opleidingen en beroepen. Daarnaast staan LOB, vakspecifieke kennis en vaardigheden centraal.
In het verleden is gecommuniceerd dat het praktijkgerichte vak onderdeel zou uitmaken van de nieuwe leerweg. Inmiddels wordt onderscheid gemaakt tussen beide trajecten: de invoering van het praktijkgerichte vak en de samenvoeging van de leerwegen gl en tl.
U kunt zich voorbereiden door de factsheets te bekijken (klik bijvoorbeeld hier voor de factsheets voor docenten en schoolleiders), de handleiding te lezen en de examenprogramma’s door te nemen. Scholen die het praktijkgerichte vak willen aanbieden, kunnen hiervoor subsidie aanvragen via de website van DUS-I. Er volgen namelijk nog twee aanvraagrondes: in januari 2025 (van 15 januari 2025 tot en met 17 februari 2025) en in januari 2026 (van 15 januari 2026 tot en met 17 februari 2026). Bekijk deze link voor de subsidieregeling. Via deze link ga je naar de website van DUS-I waar je te zijner tijd een aanvraag kunt doen. Bekijk ook het webinar over de invoering van het praktijkgerichte programma in de gemengde en theoretische leerweg van het vmbo of bezoek in het najaar een regiobijeenkomst (meer informatie volgt t.z.t.). En luister naar de podcast van SLO over het praktijkgerichte programma met ervaringsdeskundigen.
Het praktijkgerichte vak is ingericht om in leerjaar 3 en 4 van de gemengde en/of theoretische leerweg te worden aangeboden. Aan het eind van leerjaar 2 kiezen leerlingen dit vak. Maar het is uiteindelijk aan de school zelf op welk moment leerlingen kiezen voor een praktijkgericht vak. Het is mogelijk om onderdelen van het praktijkgericht vak te starten in leerjaar 2.
Beleid
Alle scholen met een gemengde leerweg en/of een theoretische leerweg (gl, tl) mogen vanaf schooljaar 2024-2025 het praktijkgerichte vak als examenvak aanbieden. De school bepaalt of zij het praktijkgericht vak zal aanbieden. Scholen kunnen straks dus kiezen: ze kunnen het huidige onderwijsprogramma blijven aanbieden, of het praktijkgerichte vak eraan toevoegen. Leerlingen kunnen een praktijkgericht vak kiezen dat door hun school wordt aangeboden.
Er volgen nog twee aanvraagrondes: in januari 2025 (van 15 januari 2025 tot en met 17 februari 2025) en in januari 2026 (van 15 januari 2026 tot en met 17 februari 2026). Klik hier voor de subsidieregeling en klik hier voor de website van DUS-I waar je te zijner tijd een aanvraag kunt doen.
De eerste aanvraagronde heeft plaatsgevonden in het voorjaar van 2024. Scholen die hiervoor zijn uitgeloot of nog geen aanvraag hebben gedaan, kunnen opnieuw een aanvraag doen in een van de volgende rondes.
De subsidie bestaat uit opstart- en tegemoetkomingskosten. De subsidie is bestemd voor voormalig tl-pilotscholen en voor gl- en tl-scholen die nog niet hebben meegedaan aan de pilot. Gl-pilotscholen kunnen geen subsidie aanvragen, vanwege de hogere bekostiging per leerling die zij ontvangen.
Scholen kunnen subsidie aanvragen voor een cohort van twee schooljaren. Scholen die niet hebben meegedaan aan de pilot, mogen het eerste jaar gebruiken om het praktijkgerichte vak te ontwikkelen. Voormalig pilotscholen moeten beide twee jaren gebruiken om het praktijkgerichte vak daadwerkelijk aan te bieden.
Vanaf 2024-2025 mogen scholen de huidige 13 praktijkgerichte vakken aanbieden. Het voornemen is om vanaf schooljaar 2028-2029 een eventuele aanpassing op het aanbod van praktijkgerichte vakken door te voeren. In de tussentijd wordt onderzocht wat de beste manier is om het aanbod vorm te geven.
Gemengde leerweg
Voor een gl-school bestaan verschillende scenario’s:
- De school kiest ervoor om geen praktijkgericht vak aan te bieden. Het examenprogramma blijft gelijk.
- De school kiest ervoor om het praktijkgerichte vak aan te bieden in het profieldeel. Het praktijkgerichte vak vervangt daarmee de profielmodules van het beroepsgerichte profielvak. De keuzevakken van het beroepsgerichte programma blijven bestaan in het vrije veel. Het praktijkgerichte vak vormt samen met de twee beroepsgerichte keuzevakken het praktijkgerichte programma in de gl.
- De school biedt het praktijkgerichte vak extracurriculair aan. Het examenprogramma blijft gelijk aan de huidige situatie.
In de gl is het praktijkgerichte vak in het profieldeel opgenomen. In het examenprogramma van de gl vormt het praktijkgericht vak samen met de twee beroepsgerichte keuzevakken in het vrije deel het praktijkgerichte programma. Het praktijkgerichte vak maakt dus deel uit van het praktijkgerichte programma. Zie de handleiding voor een schema met het examenprogramma en de plek van het praktijkgerichte vak en het praktijkgerichte programma daarin in de gl.
Hetgeen dat de gl onderscheid van de tl is het beroepsgerichte programma. Om een gemengde leerweg aan te bieden, is dus een beroepsgericht programma nodig. Naast het beroepsgerichte programma is er nu een praktijkgericht programma, met een praktijkgericht vak. Dit praktijkgericht vak vervangt het profielvak in het beroepsgerichte programma. Een programma met zowel het beroepsgerichte profielvak (in het profieldeel) als het praktijkgerichte vak (in het vrije deel) is een zeer zwaar programma en niet voor de gemiddelde gl-leerling te volgen. Daardoor ontstaat in het gl-programma ook een disbalans tussen de vakken. Daarom is gekozen voor een tussenvariant waarin een gl-leerling een praktijkgericht vak kan volgen (in het profieldeel, in plaats van het beroepsgerichte profielvak) met daarbij beroepsgerichte keuzevakken.
Theoretische leerweg
Voor een tl-school bestaan verschillende scenario’s:
- De school kiest ervoor om geen praktijkgericht vak aan te bieden. Het examenprogramma blijft gelijk.
- De school kiest ervoor om het praktijkgerichte vak aan te bieden in het vrije deel als avo-keuzevak.
- De school biedt het praktijkgerichte vak extracurriculair aan. Het examenprogramma blijft gelijk.
In de tl is het praktijkgericht vak niet gebonden aan een profiel of profielvakken, omdat het vak in het vrije deel wordt aangeboden.
Nee, op de tl mag u niet het gehele beroepsgerichte programma aanbieden in het examenprogramma. U kunt wel de tl-leerling in de gelegenheid stellen omstellen om in aanvulling op hun reguliere vakkenpakket beroepsgerichte keuzevakken te laten volgen die u op de school aanbiedt. Ook kunt u op de tl het beroepsgerichte programma extracurriculair aanbieden, dus buiten het examenprogramma.
Starten met een praktijkgericht vak
Vanaf schooljaar 2024-2025 hebben alle scholen de mogelijkheid het praktijkgerichte vak aan te bieden als examenvak. Dit is op vrijwillige basis; een school is dus niet verplicht het vak aan te bieden. In de tl kan het vak aangeboden worden in het vrije deel. In de gl kan het worden aangeboden in het profieldeel, in plaats van de profielmodules horend bij het beroepsgerichte programma. Lees de handleiding en bekijk deze factsheets voor meer informatie over het starten van het praktijkgerichte vak op jouw school: docenten, schoolleiders, leerlingen.
Een school mag verschillende praktijkgerichte vakken aanbieden, maar kan niet zomaar twee of drie examenprogramma’s combineren tot één schoolspecifiek vak waardoor leerlingen niet alle eindtermen van één examenprogramma aangeboden krijgen. Hoe de examenprogramma's uiteindelijk worden vertaald naar een onderwijs- en toetsprogramma is aan de school zelf.
Van de 13 praktijkgerichte vakken mogen de zeven licentievrije vakken op elke school met een tl worden aangeboden. Zes vakken zijn licentiegebonden en mogen enkel worden aangeboden door scholen die voor het gelijknamige profiel een licentie hebben. De docenten die dit licentiegebonden vak geven, moeten bevoegd zijn voor het gelijknamige profielvak in de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg. Dat is ook het uitgangspunt bij de licentievrije vakken, maar omdat niet alle scholen docenten in dienst hebben met een bevoegdheid voor een profielvak, mag dit vak in ieder geval tot schooljaar 2027-2028 ook gegeven worden door een docent die bevoegd is voor de bovenbouw van de gemengde of theoretische leerweg van het vmbo en scholing heeft gevolgd die relevant is voor het geven van een praktijkgericht vak.
Afsluiting
Het praktijkgerichte vak is een examenvak dat wordt afgesloten met een schoolexamen. In het praktijkgerichte vak doen leerlingen geen centraal examen.
Het praktijkgerichte vak telt mee in de slaag-zakregeling. Het is één van de vakken die meetelt voor het diploma. Het schoolexamenresultaat is opgebouwd uit de verschillende beoordelingen binnen het praktijkgerichte vak. Het schoolexamenresultaat is daarmee ook het eindcijfer en telt mee voor de vaststelling van de uitslag.
Het cijfer telt niet mee in de zogenaamde 5,5-regeling. Die regel bepaalt dat de leerling voor alle vakken waarin centrale examens wordt gedaan een 5,5 of hoger moet hebben gehaald. Het praktijkgerichte vak wordt echter met een schoolexamen afgesloten, waardoor deze regel niet geldt.
De mogelijkheid om te herkansen is aan de school. Dit moet de school opnemen in het examenreglement en het PTA.
Doorstroom
Ja, een leerling kan met elk praktijkgerichte vak doorstromen naar het mbo.
Dit verschil bestaat omdat tl-leerlingen een avo-vak meer hebben dan gl-leerlingen, wat de aansluiting op de havo bevordert. Een gl-programma met twee grote praktijkgerichte vakken (samen 640 uur) zal de aansluiting op het havo niet bevorderen.
In de gl kan het praktijkgerichte vak niet een vak zijn dat telt als extra vak voor het doorstroomrecht. Een gl-leerling met een praktijkgericht programma kiest voor het doorstroomrecht naar het havo een extra algemeen vak in het vrije deel.
Samenwerking in de regio
Een belangrijk onderdeel van het praktijkgerichte vak is dat de school samenwerkt met partners in de regio: het bedrijfsleven en het mbo. Minstens één van deze praktijkgerichte opdrachten komt van zulke externe opdrachtgevers. Dit is niet wettelijk verplicht, maar wordt wel sterk geadviseerd om leerlingen de beste leerervaring te bieden.
Scholen zullen u als bedrijf of instelling benaderen met de vraag of leerling een praktijkgerichte opdracht voor uw organisatie kunnen uitvoeren. Samen met de school kunt u een opdracht verzinnen die leerlingen kunnen uitvoeren. Wellicht heeft u een probleem waar leerlingen een oplossing voor kunnen verzinnen. Het is raadzaam om de examenprogramma’s er eens op na te slaan om te lezen wat verwacht wordt van de leerlingen. Goed om te realiseren is dat de praktijkgerichte opdracht geen stage is.
Voor meer informatie, lees de factsheet voor bedrijven en instellingen en lees over de ervaringen van bedrijven die in de pilot hebben meegedaan aan een praktijkgerichte opdracht.
Voor het vormgeven van een praktijkgericht vak is samenwerking met het mbo en het bedrijfsleven van groot belang. Vroeg beginnen met het leggen van contact of het intensiveren van eventuele al bestaande banden is daarbij verstandig. Te denken valt aan het opstarten van samenwerking op het gebied van:
- levensechte opdrachten (inzet van mbo/bedrijven als opdrachtgever en/of als beoordelaar);
- het bieden van (onderdelen van) het praktijkgerichte vak op de locatie van het mbo/bedrijf;
- het geven van (onderdelen van) het praktijkgerichte vak door mbo-docenten/-studenten;
Veel vmbo-scholen hebben een bedrijvennetwerk. Het is raadzaam om u als school daarbij aan te sluiten. Ook mbo’s kennen bedrijvennetwerken waarbij aansluiting gezocht kan worden. Daarnaast kan het zinvol zijn actief te worden in regionale kringen van de Kamer van Koophandel, VNO-NCW, MKB-Nederland en brancheorganisaties. Het is daarbij belangrijk om bedrijven met concrete vragen te benaderen.